Stel je eens voor: een bezoeker klikt vol enthousiasme door je website heen en staat op het punt om contact met je op te nemen. Maar dan klikt hij of zij op een link en krijgt een foutmelding te zien. Door één klein foutje in de code van je website ben je de potentiële klant kwijt.
Dit soort fouten voorkom je door goed gebruik te maken van de OTAP straat, of een gedeelte hiervan. In dit artikel vertellen we je hier meer over.
1. Introductie
2. De omgevingen
3. Echt nodig?
4. Tot slot
Developers ontwikkelen aan de website, project managers controleren de website, editors vullen de website en bezoekers gebruiken de website. Prop je dit allemaal in één websiteomgeving, dan vraag je om problemen. Maakt de developer een foutje op een slecht moment, dan ben je weer een bezoeker op je website kwijt.
Om dit te voorkomen, is het aan te raden om in meerdere websiteomgevingen te werken. Zo zal een developer bijvoorbeeld nooit in een omgeving werken die de opdrachtgever of bezoeker te zien krijgen. Zijn er volgens de juiste methode omgevingen gerealiseerd? Dan krijgt je bezoeker alleen een uitvoerig geteste website te zien.
De afkorting OTAP staat voor Ontwikkeling, Test, Acceptatie en Productie, dé onderdelen van de ontwikkelstraat voor websites.
Is dit nou nodig voor elke website? Nee, zeker niet. Per website zal een internetbureau een analyse moeten maken om te bepalen welke omgevingen nodig zijn. Veel factoren kunnen hierbij een rol spelen, zoals; complexiteit, populariteit, hoeveelheid aanpassingen en gevoeligheid van de inhoud. Wel is het advies om met minimaal twee omgevingen te werken, omdat een developer simpelweg zijn eigen omgeving nodig heeft.
Dankzij de OTAP straat wordt er nooit gewerkt in de productie omgeving. Pas na uitvoerig testen, verschijnen aanpassingen in de omgeving voor je bezoekers. Je bezoekers ervaren op die manier altijd een betrouwbare website waar geen gekke dingen naar voren komen. Iets wat je uiteraard mag verwachten wanneer je een website laat ontwikkelen bij een internetbureau.